
Literaire bouwstenen
Elsschot, W. (1913). Villa des roses. Antwerpen: Uitgeverij Polis.
- leeftijdscategorie: volwassenen.
- Genre: literaire roman.
- Bekroningen: geen.
- Trefwoorden: authenticiteit, relatieproblemen, intrige.
Filmbespreking (academiejaar 2019-2020).

Villa des Roses werd geschreven door Willem Elsschot ofwel Alfons de Ridder in 1913. Het verhaalt de levens van een Parijs pension en haar gasten. Die hebben elk hun eigen typerende karakter dat voor een interessante dynamiek zorgt met de anderen. Doorheen het verhaal ontwikkelen zich daardoor voorvallen die het een zekere wending geven. Zo is er de relatie tussen meneer Grünewald en het dienstmeisje Louise, de vernedering van mevrouw Gendron en de verdwijning van het penseelaapje Chico, en de zelfdoding van meneer Brizart.
Het verhaal is typerend voor de zakelijke doch cynische stijl van Elsschot. Daarin staan verschillende thema's centraal, waaronder religie en het leven zoals het is met al haar goede en slechte kanten. Elsschot deinsde er niet voor terug om moeilijkere maatschappelijke onderwerpen te integreren zoals zelfdoding en abortus. Die realiteit van zijn verhalen spreekt me op zich ook wel heel erg aan, waardoor ik ervoor gekozen heb om dit boek te lezen. Zelf stond hij daarnaast ook bekend als flierefluiter. Dit is tevens terug te vinden in Villa des Roses in het karakter van meneer Grünewald. Dit maakt het verhaal dan ook zo interessant. Niet alleen de lezer, maar ook de auteur zelf wordt een spiegel voorgehouden. Elsschot ontwikkelde al op vroege leeftijd een liefde voor literatuur en publiceerde zijn eerste gedichten in het tijdschrift Alvoorder in 1900. Zijn literair werk behoort nu nog steeds tot de klassiekers en werd tevens in 2002 verfilmd.
Ook op de cover van het boek vinden we dit cynisme terug in de vorm van het aapje Chico die het pesion in zijn greep houdt. Rozenblaadjes ontsnappen het pension en lijken de gasten voor te stellen die aan het einde van het verhaal langzaamaan allemaal moeten vertrekken. Het aapje was als een kind voor mevrouw Brulot. Een aapje wordt in de eerste plaats immers vaak beschouwd als iets vrolijks en speels en dan wordt de link met een kind dus snel gemaakt. Daarnaast heeft een aapje ook iets weg van een diefje of iets dat grappen en toeren uithaalt. Hierdoor en doordat Chico het pension in zijn handen houdt, kan de verbinding gelegd worden met de intriges en het wantrouwen die heersen tussen de gasten. Bovendien lijkt het aapje wel te glimlachen, wat de cover een cynisch kantje geeft.
Verhaalopbouw
Het verhaal begint ab ovo met de voorstelling van de verschillende personages. Het begint bij het pension en meneer en mevrouw Brulot. Per hoofdstuk wordt een nieuw belangrijk personage geïntroduceerd. Zeer opvallend is het feit dat het hoofdpersonage Louise het minste aandacht hierin krijgt. Dit wordt echter ruimschoots goedgemaakt in het verdere verhaal, waarin haar verhaal zeer uitvoerig uit de doeken wordt gedaan.
Al tijdens de voorstelling van de personages wordt met het verhaal begonnen. Erna wordt die rode draad aangehouden en worden de verhaallijnen verder uitgewerkt en nauwer met elkaar verweven. Hierdoor volgen verschillende scènes waarin zelden tot nooit meer dan drie à vier personages tegelijkertijd voorkomen, met uitzondering van de scène waarin de diefstallen door mevrouw Gendron aan het licht komen. Er wordt steeds gewisseld en toch blijven de lijnen duidelijk uitgewerkt en verbonden.
Vooral die uitgewerkte lijnen kom ik graag tegen tijdens het lezen. Het zorgt er immers voor dat de lezer zelf mee moet uitwerken hoe de vork in de steel zit. Het maakt de personages bovendien veel interessanter en unieker. Dat het verhaal ab ovo begint, vind ik minder aangenaam, omdat ik liever kennis maak met de personages tijdens het verhaal. Hierdoor zijn er meer verrassingen en kan het verhaal meer kanten opgaan. De voorspelbaarheid neemt daardoor af.
Het einde van het verhaal kent niet echt een open noch een gesloten einde. Het eindigt immers met het vertrek van Louise naar haar geboorteplaats. Het pension wordt verkocht en de gasten moeten zich hierdoor verspreiden. Dit zorgt voor een heleboel vragen die onopgelost blijven. Zo is er bijvoorbeeld de zelfmoord van meneer Brizart die in mysterie gehuld is. Zijn beweegredenen worden niet volledig onthuld.
Daarnaast kan er echter wel sprake zijn van een gesloten einde gezien het verhaal wel op een zekere manier wordt afgerond. De levensweg van de gasten heeft zich gekruist en nu is het tijd om verder te gaan en het leven in het pension zoals het was achter zich te laten. Dit is kenmerkend voor het werk van Elsschot, het leven zoals het is. Louise verwerkt haar stukgelopen relatie met meneer Grünewald en haar abortus, en keert terug naar huis. Dit om haar leven weer op de juiste weg te krijgen. Misschien om te herbronnen?
Het einde van een verhaal zorgt er vaak voor dat een verhaal staat of valt. Het moet op de juiste manier eindigen. Dat het verhaal niet echt gesloten noch open eindigt zorgt dat je met nieuwe vragen achterblijft en dat maakt het verhaal sterk en realistisch.
Verteller
Elsschot koos voor een auctorieel vertelperspectief om de verhaallijn van de personages op een overzichtelijke manier weer te geven. Hierdoor krijgt de lezer een inzicht in de verschillende levens en gevoelens van de personages.
Motieven
Zoals eerder werd aangegeven is het grondmotief binnen het verhaal het leven leiden zoals het leven is en zoals dat komt. Dit is iets dat alle personages en verhaallijnen met elkaar verbindt. Dit houdt dan ook in dat zij met alles dat hun pad kruist zullen moeten leren omgaan. Dit bepaald mee hun handelen binnen het leven in het pension en in hun omgang met de anderen. Het abstract motief sluit hier dan ook een beetje bij aan en neigt waarschijnlijk het meeste naar een vorm van vergankelijkheid. Aan elke levensperiode komt er immers op een bepaald moment een einde. Hier moeten keuzes worden gemaakt en die bepalen de nieuwe weg die zal worden ingeslagen. Dit kan een nieuw avontuur zijn, een herbronning of zelfs het einde van een leven.
Personages
Doorheen het verhaal worden verschillende personages gevolgd. Dit zijn: mevrouw en meneer Brulot, de kokkin Aline, dienstmeisje Louise, mevrouw Gendron, mevrouw Dumoulin, meneer Aasgaard, meneer Günewald, mevrouw de Kerros, meneer Knidelius, meneer Brizard, meneer Martin en meneer Colbert. Het zijn alleen kleurrijke personages. Velen van hen zijn eerder opportunistisch en manipulatief, terwijl de anderen eerder tegenovergesteld zijn en introvertere karakters vertonen.
Het hoofdpersonage is het dienstmeisje Louise Créteur. Dit wordt snel duidelijk aangezien Elsschot haar verhaallijn veel vaker aan bod laat komen dan die van de andere personages. Bovendien werd die ook veel sterker uitgewerkt en verdiept.
Het gaat hier om ronde karakters. Elk personage heeft zo zijn eigenaardigheden. Daarnaast is er ook sprake van dynamische karakters. Zo is Louise aan het begin van het verhaal eerder een naïef en jonger meisje. Ze wordt dan ook halsoverkop verliefd wanneer ze kennismaakt met de charmes van meneer Grünewald. Dit brengt haar echter in de problemen en eindigt in liefdesverdriet.
Naar mijn mening zijn de personages een rijkdom in het verhaal, daar houd ik van. Omdat ze bovendien ook eerder realistisch worden weergegeven, binnen een realistische context, krijgt de lezer immers de kans zich meer in hun wereld in te leven.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in het vooroorlogse (WOI) Parijs in een pension. De ruimte heeft als voornaamste functie om de gasten en dus hun verhaallijnen samen te brengen. Het is dus een symbolisch overkoepelend instrument.
Dit beeld wordt versterkt door de beschrijving van het pension. Hierin wordt het omschreven als een eerder ondergewaardeerd gebouw dat armzalig staat te wezen in het midden van Parijs. Dit schept meteen de sfeer waarin het verhaal zich verder af zal spelen. Een verhaal vol met bedrog en intrige. Het pension beloofd individuen te huizen die menselijk zijn en die zich vooral in die menselijkheid van hun slechtste kanten laten zien. Nochtans kan het ook een extra vorm van maatschappijkritiek inhouden, namelijk dat de villa nog een laatste plek is waar mensen in al hun authenticiteit kunnen wonen.
"De 'Villa des Roses', waarin het echtpaar Brulot te eten gaf en kamers verhuurde, stond in de Rue d'Armaille, een straat van weinig aanzien in het overigens breed aangelegde 'Quartier des Ternes'. En zoals de straat was, zo was ook het huis, dat slechts één verdieping had, terwijl de buurt heinde en verre volgebouwd was met huizen van vijf en zes verdiepingen, welke aan weerszijden torenhoog boven de 'Villa' uitstaken. Hierdoor deed het pension wel enigszins aan een gewezen landhuis denken, belegerd en ingesloten door de stuwende vloed der grote stad." - p.7.
Waardering
Villa des Roses is een amusant werk waarin de personages eerder afkeer opwekken dan medeleven. Het is echter net daarom zo intrigerend. De personages roepen menselijkheid op en dwingen de lezer een spiegel voor te houden. De maatschappij waarin Elsschot leefde en schreef is verschillend van vandaag, maar de natuur van de mens is veel hardnekkiger. Als lezer begin je bepaalde karaktertrekken te herkennen bij je omgeving en bij jezelf. Hierdoor kunnen bepaalde motieven wel eens in een ander licht bekeken worden.
Een voorbeeld is het voorval met mevrouw Gendron. Toen ik jonger was heb ik aan den lijve ondervonden wat leugens en intriges met een groep en een individu kunnen doen. Ik weet ook dat het heel moeilijk is voor die persoon om ontmaskerd te worden en toe te geven aan zichzelf dat de omgeving nu eindelijk doorheeft waar hij/zij mee bezig is. Ik weet echter ook dat er altijd een achterliggende reden is waarom iemand zich zo gedraagt. Helaas is dit vaak een soort van zelfverdediging of een vorm van manipulatie. De groep of het individu dat hier slachtoffer van wordt kan begrip opbrengen voor die persoon en vergeving schenken, maar blijft een litteken meedragen. De vraag die daarbij gesteld kan worden is in welke mate een persoon dader of slachtoffer is binnen een dergelijke situatie.
Wat me uiteindelijk wel een beetje stoorde was dat de meeste personages, ondanks dat het om volle karakters gaat, vaak een heel stereotiep uitzicht krijgen doorheen het verhaal. Er is altijd iets meer aan de hand, maar ergens passen ze wel in een hokje. Als je aan het einde de puzzelstukjes in elkaar past, valt dat toch wel op.
Nochtans sprak het boek me heel erg aan en heb ik het vlot uitgelezen. Ik kijk ernaar uit om het verfilmde verhaal te bekijken.
Murat, I. (2017). Wees onzichtbaar. Amsterdam: Ambo/Anthos.
- leeftijdscategorie: 15+.
- Genre: literaire roman.
- Bekroningen: Libris Literatuur Prijs (2018).
- Trefwoorden: vluchtelingen, activisme, huiselijk geweld.
Literaire bouwstenen (academiejaar 2019-2020).

Metin Mutlu is een Turks jongetje van vijf wanneer zijn moeder hem en zijn zus via Duitsland meeneemt naar Amsterdam, naar waar zijn vader een leven probeert op te bouwen. Bij aankomst blijkt de buurt echter eerder desolaat en is zijn vader niet meer dezelfde. Metin ziet echter alles door de blik van een kind en kan niet gelukkiger zijn. Nochtans zal dit leven een harde leerschool blijken vol onzekerheid, ongeloof en geweld.
Murat Isik is een Turks-Nederlandse schrijver en jurist. Hij is een beloftevolle auteur die al meermaals in de prijzen viel met zijn verhalen, waaronder 'De purperen citroen', 'De laatste reis' en 'Verloren Grond'. Elk van zijn verhalen is deels autobiografisch en zit vol emotie. Isik is bovendien een zeer aimabel persoon en behandelt mensen als mensen. Dit laatste is misschien vreemd verwoord, maar is iets waarbij ik het gevoel heb dat het hem omschrijft. Het is iets dat hem siert. Hij ziet de menselijkheid in mensen. Ik heb het privilege gehad om hem te horen spreken op de 'Dag van de literatuurkritiek' in Amsterdam en hij is een persoon die me echt bij is gebleven.
De cover is ook eerder sprekend voor het verhaal. Het toont een afbeelding van een flatgebouw en in de omgeving daarrond staat een jong Turks jongetje in een veld. Hij kijkt de lezer aan met zijn doordringende ogen. De kleuren werden verscherpt waardoor deze feller lijken en dat verwijst denk ik naar blik waarmee Metin naar de wereld kijkt, het onschuldige kind dat zich nog van geen kwaad bewust is. Nochtans krijgt de lezer er volgens mij toch ook wel een beetje een onbehagelijk gevoel bij. Na het lezen van het verhaal blijkt dat dan ook gerechtvaardigd. 'Wees onzichtbaar' verwijst immers naar de manier waarop Metin zich steeds heeft moeten gedragen, hij moest zich namelijk onzichtbaar maken en dus zo weinig mogelijk overlast veroorzaken. Daarnaast bleek hij onzichtbaar binnen de maatschappij en wanneer hij dan toch iets van zich liet merken, werd hij uitgespuwd alsof hij niets waard was. Uiteindelijk overstijgt hij dit door een toekomst voor zichzelf uit te bouwen.
Verhaalopbouw
Het verhaal begint ab ovo en dus bij het begin. Dit is echter wel ineens een terugwijzing. Metin vertelt tijdens de rit naar Amsterdam over de keren dat het gezin moest verhuizen toen ze nog in Duitsland woonden, van daarvoor weet hij maar weinig omdat hij nog te jong was om het zich goed te herinneren. Vervolgens gaat het verhaal verder vanaf de aankomst in de Amsterdamse wijk waar ze jaren zullen wonen. Het sujet en fabel vallen voornamelijk samen, al wordt het verhaal verteld in de verleden tijd en is een oudere Metin aan het woord. Hierdoor zijn er ook een aantal tijdssprongen doorheen het verhaal. Metin groeit doorheen het verhaal dan ook uit tot een volwassen man.
Het einde kan beschouwd worden als gesloten, al is het nog niet volledig ten einde gekomen. Metin begint immers aan een nieuw hoofdstuk in zijn leven, een waarin hij het contact met zijn vader niet meer zal hernemen. In de laatste hoofdstukken wordt er duidelijk wat er zich tussen zijn ouders heeft afgespeeld. Het geweld en misbruik jegens zijn moeder werd op de spits gedreven en een geëmancipeerde moeder koos er eindelijk voor om haar man aan te geven bij de politie. Hierna leek hij voor zijn schuld uit te komen, maar niets was minder waar en hij wuifde zijn daden weg. Dit is het punt waarop Metin besloot voorgoed afscheid te nemen van zijn vader, die besloot om terug naar Turkije te gaan wanneer zijn vrouw hem de deur wees. In een laatste poging om contact op te nemen met zijn zoon, liet Metin blijken vervreemd van hem te zijn en hem hiermee voorgoed uit zijn leven te willen bannen. Hoofdstuk afgesloten.
Verteller
Metin is dan ook de verteller. Het gaat dus om een vertellende ik. Dit maakt het verhaal heel meeslepend, omdat zijn gevoelens en gedachten hierdoor kenbaar worden en die de lezer doen meevoelen met hem. Nochtans vertelt Metin ook dingen die hij zelf niet gezien of meegemaakt heeft, dit zijn veelal dingen die hem verteld werden, onder meer door zijn moeder.
Motieven
Het voornaamste motief in het verhaal is het omgaan met dingen die voor een kind normaal gezien nog ver buiten diens leefwereld zouden moeten liggen. Nochtans is dit voor veel kinderen en jongeren harde realiteit. Naast zijn migratieachtergrond die in zijn omgeving bepaalde reacties oproept, moet Metin ook nog omgaan met een agressieve vader en met de eerder armoedige omstandigheden waarin het gezin zich bevindt. Dit zijn dingen die vaak buiten zijn eigen handelen vallen en waar hij zelf dus weinig aan kan veranderen, nochtans lijkt zijn omgeving hem het kwalijk te nemen, zoals in realiteit ook zo vaak gebeurt.
Een ander motief is echter wel de wil om vooruit te gaan. Voor Metin, die weinig vooruitzichten heeft en zelfs door leerkrachten zo wordt behandeld, is dit heel belangrijk. Hij kreeg immers een mooi voorbeeld van emancipatie mee van zijn moeder, die ging studeren, zich zo integreerde in de maatschappij en begon te begrijpen dat ze haar leven in eigen handen kan nemen.
Naast het feit dat de emancipatie van de vrouw voor mij belangrijk is, is het verhaal herkenbaar. Ik ben de voorbije jaren vaak in contact gekomen met vluchtelingen en zij krijgen vaak een gelijkaardige behandeling in de maatschappij. De ene heeft al wat meer geluk dan de andere. Hierdoor boeide dit verhaal me zo. Naast de verhalen over de vlucht naar hier en de omstandigheden waarin deze gezinnen zich bevinden, is het interessant om ook andere verhalen te lezen. Dit mag dan wel fictief zijn, het is realistisch en iets waar veel gezinnen zich momenteel nog in bevinden. Ik heb het gevoel dat de menselijkheid soms verloren gaat, mensen beseffen niet dat het hier om mensen gaat. Mensen die niet verschillen van de mensen die het geluk hebben gehad hier geboren te zijn. Ik weet zelf niet hoe het is om in een dergelijke situatie te zitten, maar ik vind dat er altijd moeite moet worden gedaan om elkaar te begrijpen, naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren.
Personages
Zoals hierboven vermeld draait het verhaal dus vooral om Metin, wat hem het hoofdpersonage maakt. We volgen hem over een periode van vijftien jaar. Hierin groeit hij op van kleine jongen naar een puber met taalachterstand, maar die door zijn juf een liefde voor boeken ontwikkelt, en naar een jongvolwassen man die naar San Francisco reist om daar zijn dromen waar te maken. Hij is dus een vol karakter, hij ontwikkelt zich en leert bij.
Daarnaast zijn er ook zijn moeder en zus, zijn vader, zijn vrienden en een aantal schimmige en duistere figuren die moeten doorgaan voor zijn ooms en/of vrienden van zijn vader. Zijn moeder en zus zijn heel belangrijk voor Metin. Hij wordt altijd beschermd door zijn oudere zus, Nevra.
Zijn vader is echter een ander verhaal. De man vervulde in Turkije een rol in de strijd tussen links en rechts, waarbij hij zich profileerde als communist. Omdat zijn leven in gevaar was, is hij gevlucht naar Europa. Hier probeerde hij een leven op te bouwen, maar dit verliep niet makkelijk en hij zocht heil in alcohol. Dit heeft een zeer grote en zware impact gehad op het leven van zijn vrouw en kinderen.
Daarnaast is Kaya een belangrijk personage. Hij is de eerste jongen op school waarmee Metin een band krijgt en wordt vervolgens ook zijn beste vriend. Metin is eerder een bedeesde jongen die vooral zijn positie in de klas op een veilige plek wil houden. Kaya is het tegenovergestelde, hij is zelfzeker en trots. Wanneer Metin in conflict komt met Dino, die uiteindelijk ook een mes zal trekken, probeert Kaya een bloedbad te vermijden. Het is uiteindelijk echter Metin die Dino zal aangeven bij de directeur. Nadat Dino hem aanviel met een mes, verdween deze dan ook in de jeugdgevangenis. Kaya heeft dus een goede invloed gehad op Metin. Hij zorgde ervoor dat hij meer in zichzelf ging geloven en de moed kreeg om zijn leven in eigen handen te nemen.
Zijn andere vrienden Floyd en Saleem staan hem ook bij in verschillende gebeurtenissen, en het is mede vanwege hen dat hij interesse krijgt in meisjes, waaronder Tina. Tina is het meisje waarop hij halsoverkop verliefd wordt. Zij is een nevenfiguur. De laatste keer dat hij haar ziet is echter wanneer ze hand in hand loopt met een jongen met een motorhelm. en zegt hij: 'Daarna verdween ze uit mijn leven'. Daarnaast merkt hij ook Esmeralda, Nicole en Sanne op. Sanne is het meisje met wie hij voor het eerst naar bed gaat.
Het is echter Kaya waarmee hij later nog zou worden geconfronteerd. Op aanraden van zijn vader koos Kaya voor rechten. De karaktereigenschappen die Metin bewonderde vervagen en Kaya begint steeds meer op zijn vader te lijken. Dit drijft een wig tussen hem en Metin.
Tijd
Het verhaal begint in 1983, wanneer Metin vijf jaar oud is, en het beslaat ongeveer vijftien jaar. Zoals eerder vermeld verloopt het verhaal min of meer chronologisch, maar is er sprake van tijdsprongen en een paar terugwijzingen. Bovendien wordt het verhaal verteld door Metin die terugkijkt op zijn leven.
Ruimte
Dat leven speelt zich voornamelijk af in Amsterdam, op school en in San Francisco. De sociale ruimte kan gekenmerkt worden als arm. Dit is te vinden in het appartement van zijn ouders, zijn gezinssituatie en de omgeving waarin hij zich bevindt.
Naast geografische ruimtes vormen de school en San Francisco ook symbolische ruimtes. Zo leert hij op school om te gaan met allerlei zaken, waaronder dat hij niet in angst en onzichtbaar moet leven, maar dat hij zijn leven zelf kan maken. De reis naar in San Francisco is die verwezenlijking.
Waardering
Het verhaal heeft me sterk geboeid en ik las het op een paar dagen uit. Het is een bijzonder sterk werk. Het is meeslepend, geeft alles op een heel realistische manier weer en laat de lezer niet ongemoeid.
Thijsen, T. (1923). Kees de jongen. Tiel: Aerial Media Company BV.
- leeftijdscategorie: 8+.
- Genre: literaire roman.
- Bekroningen: geen.
- Trefwoorden: coming of age, jeugd, liefde.

Kees Bakels is een jongen uit Amsterdam die leefde aan het begin van de twintigste eeuw. Net zoals zijn leeftijdsgenoten gaat hij naar school, helpt hij zijn ouders en wordt hij voor het eerst verliefd. Op Rosa, het nieuwe meisje van de klas. Al snel wordt echter zijn vader ziek. Het leven is moeilijk. Kees trekt zich steeds vaker terug in zijn eigen fantasiewereld. Eén waarin hij een gegoed burger is en waarin Rosa aan zijn zijde staat.
Het verhaal werd geschreven door Theo Thijssen en het boek dat ik las werd aangepast en moderner gemaakt door Tiny Fisscher. Theo Thijsen was een Nederlandse schrijver, onderwijzer en politicus. Hij groeide op als zoon van een timmerman en kent de middenstand dus zeer goed. Dit komt dan ook vaak aan bod in zijn verhalen. Hij was als onderwijzer zeer begaan met zijn leerlingen en behoorde tot een nieuwe stroming in het onderwijs. Een waarbij de leerling steeds meer als individu werd gezien en niet langer als deel van de klas als sociale eenheid. Dit komt sterk tot uiting in 'Kees de jongen'. We volgen immers het personage Kees en kennen daarbij zijn gevoelens en gedachten. Ook die wanneer hij in zijn fantasiewereld zit. Het verhaal speelt zich bovendien vaak af op school. Dit is wellicht een van de redenen waarom ik het verhaal gekozen heb. Leerkrachten schrijven wel vaker boeken, maar het onderwijs zag er toen toch helemaal anders uit dan vandaag. Hierdoor komen zowel de geschiedkundige als de leerkracht in mij toch een beetje naar boven.
De titel en de cover van het boek zijn dan ook vrij vanzelfsprekend. Kees is het hoofdpersonage en de cover toont een silhouet van een jongen uit het einde van de negentiende eeuw, geplaatst voor een foto van een Amsterdamse ambachtenwijk uit dezelfde periode.
Het verhaal werd al meermaals bewerkt en verfilmd.
Verhaalopbouw
Het verhaal begint ab ovo en start met een kleine terugwijzing naar de jongere jaren. Het eerste hoofdstuk zitten we dus meteen aan de start van het verhaal. Belangrijk is immers de schets van zijn leven en familie, en natuurlijk ook de eerste ontmoeting met Rosa. Het sujet en fabel vallen dan ook vrij snel in het verhaal samen.
Dit wordt langzaam verder uitgewerkt tot een verhaallijn waarin een eerder jong en naïef kind moet opgroeien en zijn plaats in de wereld innemen. Dit komt doordat Kees te maken krijgt met enkele lotgevallen zoals de dood van zijn vader. Aan het einde van het verhaal besluit Kees om te gaan werken en te stoppen met school. Hierdoor moet hij afscheid nemen van Rosa. De cirkel is daarmee rond. Het verhaal kent dus een eerder cyclische opbouw. Aan het begin ontmoet hij Rosa, die een groot deel van het verhaal zal gaan bepalen, terwijl hij aan het einde afscheid van haar neemt.
Daarom gaat het hier dus om een gesloten einde. We kennen de afloop van het verhaal. Of hij en Rosa nog zullen samenkomen? Misschien. Maar het verhaal en vooral het groeiproces van Kees lijkt op dit moment voorlopig even aan een einde te komen. Een nieuw hoofdstuk in zijn leven gaat beginnen.
Ook al is het tegenwoordig in andere omstandigheden, het afsluiten van fases en het volwassen worden is iets dat iedereen doormaakt. De kinderlijke onschuld kan jammer genoeg niet blijven bestaan en die boodschap maakt het verhaal boeiend om te lezen.
Verteller
Het verhaal wordt verteld van bovenaf en volgt enkel het personage van Kees. Dit houdt in dat het om een personele verteller gaat. Daarnaast zou het boek semi-autobiografisch zijn, al heeft Theo Thijssen dit nooit als dusdanig bevestigd. Kees is een jongen die uit ongeveer hetzelfde milieu komt en tevens zijn vader op jonge leeftijd verloor. Thijssen heeft een gelijkaardige jeugd doorgemaakt. Hij geeft Kees echter een heel ander einde dan dat hij heeft gekregen. Zo kon Thijssen verder studeren, terwijl Kees ervoor koos te gaan werken.
Motieven
Opvallend is dat Kees zich heel vaak terugtrekt in een fantasiewereld. Dit is vermoedelijk om te vluchten van de realiteit en tevens tegelijkertijd een manier om hiermee om te gaan en de gebeurtenissen te verwerken. Kees is eigenlijk nog een kind wanneer zijn vader ziek wordt. Het gezin behoort tot de middenstand en heeft het in deze tijden (einde negentiende eeuw, begin twintigste eeuw) dus niet zo breed op financieel vlak. Hierdoor voelt hij zich genoodzaakt de rol die zijn vader oorspronkelijk had op te vullen.
De abstracte motieven doorheen het verhaal zijn dus verwerking en opgroeien. Het grondmotief is hier nauw mee verbonden. Kees bevindt zich in een uitzichtloze situatie en groeit als het ware in zijn nieuwe rol als hoofd van het gezin. Hij ontpopt zich tot jonge man.
Een dergelijke aanpak is iets wat me sterk boeit, waarom kiest een auteur ervoor om zijn/haar personages een ander pad te doen bewandelen? In dit boek zorgt het voor een krachtiger einde en in mijn leeservaring is iets dergelijks vaak het geval, of het einde nu voorspelbaar is of niet. In Kees de jongen lijkt het voor moderne lezers misschien minder eerlijk dat hij ervoor kiest om te gaan werken in plaats van zijn studie verder te zetten en zijn vriendschap met en liefde voor Rosa verder te laten ontwikkelen. Nochtans was het voor die tijd iets heel normaals. Ik vind dat de boodschap die de auteur wil overbrengen hierdoor veel krachtiger overkomt. Iets gelijkaardigs heb ik gevoeld bij het boek Atonement van Ian McEwan, ook wel bekend onder de naam Boetekleed. Het meisje, de protagonist van het verhaal, blijkt een schrijver te zijn geworden en geeft aan het einde van de film inzicht over het verloop van het verhaal. Haar zus en haar minnaar zijn nooit meer bij elkaar gekomen, maar ze wilde hen toch het einde gunnen dat ze verdienden, aangezien zij deels verantwoordelijk is voor het pad dat zij bewandeld hebben. Dit is deels een vorm van genade, maar ook iets waarmee ze zichzelf probeert te vergeven. Ik ben echter nog niet helemaal zeker over het motief van Theo Thijssen.
Personages
Nochtans blijft Kees in hart nog altijd een jongen. De situaties waarin hij terechtkomt en vooral zijn reacties zijn nog steeds heel herkenbaar voor tal van mensen. Hij is het hoofdpersonage. Het is immers zijn pad dat we van dichtbij bekijken. Zoals eerder gezegd maakt Kees een evolutie door. Hierdoor kan hij dus gekenmerkt worden als rond karakter.
Naast Kees is er Rosa. Dit is het meisje waarop hij verliefd wordt. Zij wordt zeer regelmatig het verhaal binnengebracht. Aan het begin is zij een bijna mythisch wezen dat zo anders is dan de rest. Of toch volgens Kees. Dit is dan ook waarom zij hem zo fascineert. De twee kunnen het echter meteen goed met elkaar vinden.
Belangrijke nevenpersonages zijn de ouders van Kees, zijn oom en zijn tante. Dit zijn vlakke karakters die amper veranderen.
Tijd
Het verhaal speelt zich vooral af in de tegenwoordige tijd en loopt isochroon, maar er wordt zo nu en dan verwezen naar gebeurtenissen uit het verleden. Er is echter geen sprake van echte flashbacks. Dit gebeurt slechts één keer, wanneer Kees praat over zijn vroege kindertijd.
Daarnaast is er nu sprake van een historische tijd. Op het moment dat Theo Thijssen het boek schreef was dit nog niet het geval. Hij schreef het immers als een hedendaags verhaal dat handelde over het actuele leven. Aangezien er nu bijna honderd jaar voorbij is gegaan aan de eerste publicatie, kunnen we de tijd in het verhaal dus gaan beschouwen als historische tijd.
Ruimte
Qua ruimte zijn de meeste voorbeelden in het boek niet altijd functioneel, maar eerder decoratief. Zo speelt het verhaal zich af in de stad Amsterdam, het schoolgebouw, zijn huis en het huis van zijn tante. Buiten de huiselijke context wordt hier weinig mee gedaan, waardoor deze ruimtes louter een decoratieve functie hebben. Het schoolgebouw is wel functioneel, aangezien dit vooral symbolisch kan worden ingekleurd.
Het gebouw kan immers gezien worden als een onderdeel van de jeugd van Kees. Aangezien hij die aan het einde van het verhaal vaarwel zegt, kunnen we afleiden dat hij zijn jeugd vaarwel zegt. Hij kiest er dan ook voor om te gaan werken als hoofd van het gezin.
Waardering
Ik ben eerlijk wanneer ik zeg dat ik het boek gekozen heb omdat ik het interessant vond, maar eigenlijk wel verwachtte dat het me niet erg aan zou spreken. Het biedt echter voldoende kwaliteit en het is toch eerder meeslepend. Naar het einde van het verhaal toe hoopte ik dan ook dat er iets zou gebeuren waardoor er een 'happy ending' zou komen. Ergens is dat ook wel gebeurt, want Kees zal als nieuwe man van het gezin uiteindelijk ook zijn leven uitbouwen, maar dit met zorgen en verantwoordelijkheden waar hij eigenlijk nog te jong voor was. De andere mogelijkheid, waarin hij verder studeert en zijn leven uitbouwt met Rosa, zal echter in realiteit wellicht ook niet gezorgd hebben voor rozengeur en maneschijn. Dit nuchtere besef is echter wel een beetje in strijd met de hopeloze romanticus in mezelf, maar ik moet toegeven dat ik het einde zoals dat nu is verkies. Het boek heeft me dus veel aangesproken dan ik aanvankelijk dacht dat het zou doen.