Fictieautobiografie

'Het leven is een soortgelijk gedicht: het heeft begin en eind, maar een geheel is het niet.'

- Johann Wolfgang von Goethe (Faust, 1790-1887).

Wanneer ik nadenk over de invloed van literatuur, kunst, muziek en andere vormen van cultuur op een mensenleven, concludeer ik dat daar geen eenvoudig antwoord op kan worden gegeven. Goethe stelt dat er een begin van en een einde aan die invloed is, maar dat de periode ertussen vaak wordt gekenmerkt door chaos waarin er graag wordt geëxperimenteerd. Er zijn immers meerdere genres en soorten invloeden nodig om de interesse en het denken van een persoon vorm te geven.


Mijn liefde voor literatuur en cultuur is alleszins op een dergelijke manier tot stand gekomen. Een reden daarvoor is wellicht het feit dat dit voor een groot deel werd meegegeven door mijn ouders, en meer specifiek door mijn moeder. Haar interesse voor een waaier aan culturele activiteiten hebben er immers toe geleid dat mijn zussen en ikzelf onze eigen interesse hebben ontdekt en verder hebben kunnen uitdiepen. Dit begon dan vaak met het voorlezen uit boeken zoals 'Jip en Janneke'. Een van de eerste boekjes die ik mij kan herinneren en toen tevens mijn favoriete boekje, vertelde over een kuikentje dat haar moeder zocht. Ik kan me de titel helaas echter niet meer herinneren. Dergelijke verhalen handelen vaak over de onderlinge band tussen familieleden en vrienden, en kennen een eenvoudige schrijfstijl en een leuk vertelperspectief (bijvoorbeeld het kuikentje). Daarnaast kennen ze steeds een gelukkig einde, waardoor ik een gerustgesteld gevoel kende. Daarom spreekt dit soort boeken kinderen aan.  Naast de gewoonlijke routine bij het slapengaan was het voorlezen hiervan nodig wanneer we de aerosolmachine moesten gebruiken. Voor een kind duurt dat zeer lang en waren het voorlezen van verhalen en het zingen van liedjes dus een welkome afwisseling. Mijn moeder zong vaak liedjes zoals 'Toen onze mop een mopje was'. Wij zongen uit volle borst mee, met als resultaat dat ik het nog steeds uit het hoofd ken.

Toen ik vier jaar was probeerde ik de krant al te lezen. Ik had de krant echter ondersteboven vast.
Toen ik vier jaar was probeerde ik de krant al te lezen. Ik had de krant echter ondersteboven vast.

Daarnaast ken ik nog hele liedjes uit de theatervoorstellingen waar mijn ouders me mee naartoe namen. Zo herinner ik me nog heel goed het refrein uit de 'De gelaarsde kat'. De 'Kat rap' ging als volgt: 'De wereld die is aan de gekken die gekke bekken durven trekken, en aan al die rare snaken die rare sprongen durven maken'. De reden dat het me zo aansprak was in de eerste plaats vanwege het leuke ritme en de grappige tekst, en in de tweede plaats omdat ik zelf een vrij grote deugniet was. Ik herkende me een beetje in de protagonist. Thuis speelden mijn twee zussen en ikzelf die voorstellingen vaak na.

Naast 'De gelaarsde kat' was 'Belle en het beest' (Disney versie) mijn favoriete sprookje. 'There must be more than this provincial life' vertelde kinderen verder te kijken dan wat ze kenden. Als thema kwam dat natuurlijk terug in de tegenstrijdigheid van een monsterlijk uiterlijk met een mooi karakter en vice versa. Wat me daarvan vooral is bijgebleven is dat dingen vaak niet zijn wat ze lijken. Als kind hebben we dergelijke films zeer vaak bekeken, soms zelfs tot de videoband het begaf. Sprookjes zoals we ze in hedendaagse context gebruiken hebben nog steeds een moraal, maar zijn vooral bedoeld als mooie verhaaltjes die kinderen fascineren. De Disneyfilms werken dat verder uit met mooie tekeningen, kleuren en zang. Op school werd er op die sprookjes en verhaaltjes dan ook ingespeeld. Zo deden bijvoorbeeld alle kleuters op het ouderfeest mee in het verhaal van 'Lotje, het nieuwsgierige heksje'.

In de basisschool werd dat echter geleidelijk aan minder gedaan. Ik las ook veel minder vaak leesboeken. Mijn vader begon toen echter zijn interesses met mij te delen, en dat is het moment waarop mijn voorliefde voor geschiedenis en astronomie is ontstaan. Uiteraard begreep ik nog niet alles, maar mijn ouders deden hun best om alles uit te leggen. Een boek dat mij onder meer intrigeerde was 'Het oneindige heelal'. Daarnaast begonnen stripverhalen zoals 'Suske en Wiske' en 'Asterix' me te interesseren. Het bezoek aan musea zorgde ervoor dat de historische context uit dergelijke verhalen beter gekaderd werd binnen de uitleg die mijn ouders al hadden gegeven. Ik hield er ook van om daar met mijn ouders over te discussiëren en ben dus altijd zeer nieuwsgierig geweest. Wanneer ik me vastbijt in een onderwerp laat ik niet snel los. Het feit dat veel nog niet geweten is maakte het voor mij spannend.

Later werd er toen ik tien jaar oud was op school een miniboekenbeurs gehouden, waar de leerlingen boeken konden uitzoeken die zij dat schooljaar wilden lezen. Ik koos voor de serie 'Wicca' van Cate Tiernan, aangezien die beantwoordde aan mijn interesse voor het occulte. Voor mij was dat het begin van de hype rond heksen, vampiers en weerwolven. Als tiener kon ik wegvluchten in dit soort verhalen en mijn gedachten even op nul zetten. Ik kon wegdromen en voor even geloven dat magie echt bestond. Het gaf me een goed gevoel. Bij het ouder worden verliezen sommigen een deel van die creativiteit en fantasie, en ik ben daar geen uitzondering op. Door het aanbod boeken dat ik daarna zou lezen kon ik me steeds minder inleven in het genre fantasy. Ik heb de reeks later herlezen, maar dat beviel me veel minder goed dan eerst.

Daarna ben ik dan maar de boekenkast van mijn moeder beginnen plunderen. Op mijn twaalfde las ik 'Meisje met de parel' van Tracy Chevalier. Het boek betekent veel voor mij; in de eerste plaats omdat mijn moeder het me had aangeraden, en in de tweede plaats omdat het een historische roman is. Ik begon boeken te lezen zoals De 'Gentse bruid' en 'De geboorte van Venus'. Dat laatste is een tijd mijn favoriet geweest. Hierdoor had ik een nieuwe manier gevonden om weg te dromen en te ontsnappen aan de wereld. Mijn moeder grapte daarom vaak dat ik in het verkeerde tijdperk geboren was. De vroegmoderne tijd is later dan ook mijn specialisatie geworden aan de universiteit.

Ondertussen was ik sterk met mezelf aan het worstelen en begon ik met het schrijven van gedichten. Deze heb ik helaas niet bewaard. Ik was er nochtans vrij trots op, al is mijn moeder de enige die ze ooit gelezen heeft. Hierdoor begon ik echter wel dichtkunst te ontdekken. Zo lees ik nog steeds graag werken uit de romantiek. Mijn topfavoriet was en is nog steeds John Keats. 'Ode to a nightingale' is wat me altijd is bijgebleven omdat het een combinatie is van liefde en melancholie. Hierdoor ben ik bij de werken van Jane Austen terecht gekomen. Het eerste boek dat ik kocht was een speciale editie van 'Sense and sensibility' van Collector's Library. Het is een mooie maar eenvoudige kaft en de randen van het papier zijn goudkleurig. Het eenvoudige en het historische spreken me ook nog steeds aan wanneer ik op zoek ga naar boeken.

Ten slotte werd er toen ik in het vijfde middelbaar zat tijdens de lessen Nederlands eindelijk gesproken over kunst en wereldliteratuur. Toen maakte ik voor het eerst kennis met grote auteurs als Dostojevski, Tolstoj, Kafka, etc. 'Oorlog en vrede' was een uitdaging, maar een die ik graag aanging. Zo ook de 'Gebroeders Karamazow'. De rijkdom aan volle en dynamische personages zorgde voor een zekere complexiteit waarin je als lezer de wereld moet binnengaan om ze te begrijpen. Ook mijn geschiedenisleraar probeerde ons aan te zetten oudere literaire werken te lezen zoals 'Utopia' van Thomas More en 'Il Principe' van Niccolo Machiavelli. Zo zie je de wereld door de ogen van iemand anders. Omdat hij wist dat ik graag geschiedenis wilde studeren maar nog twijfelde, daagde hij me uit om 'De naam van de roos' van Umberto Eco te lezen. Hij zei me dat 'als je oprecht wilt verdwalen in de gangen van de bibliotheek en het archief, je klaar bent om geschiedenis te gaan studeren'. Ik heb het boek op een paar dagen uitgelezen. Daarnaast bleef ik ook wetenschappelijke werken lezen over allerhande onderwerpen, waaronder die van Charles Darwin en Stephen Hawking. Ik neem aan dat mijn nieuwsgierige aard daarvan de oorzaak is. Niet alleen om de kennis, maar ook om de manier waarop die tot stand is gekomen. Deze manier van lezen heb ik voortgezet in het hoger onderwijs. Daar kwam ik tevens in contact met teksten die varieerden van het Oudnederlands tot het Vroegnieuwnederlands, en volgde ik een cursus Middelnederlands. Vooral de ontwikkeling van het Nederlands als taal en de manier waarop men schreef (grammatica en handschrift) interesseerden me. Een favoriete auteur heb ik sinds die periode dan ook niet meer gehad.

Omdat ik deze types literatuur nog steeds graag lees, maar ook wel eens experimenteer, zou ik mijn literaire competentie inschatten op niveau 5. Dat betekent dat de meeste boeken eerder complex zijn. Zo heb ik vrij recent het boek 'In ongenade' van Sarah Dunant gelezen. De complexiteit is hier niet zo sterk aanwezig, maar het is een zeer aangename en ontspannende historische roman. Aangezien ik daarvoor 'On liberty' van John Stuart Mill heb gelezen, is dat een mooie afwisseling. Daarna las ik 'Boze geesten' van Fjodor Dostojevski. De werken van Mill en Dostojevski kan je best lezen wanneer je de historische context begrijpt en weet hoe die maatschappelijke lijnen verder zijn geëvolueerd. Bovendien zijn deze werken vaak in verouderd taalgebruik geschreven waardoor een zekere appreciatie van toepassing is. De behandelde thema's zetten daarnaast aan tot een dieper filosofisch denken waarvan een groot deel nog steeds toepasbaar is op de hedendaagse context. Dat heb je met een boek als 'In ongenade' veel minder. Het taalgebruik is ook minder ingewikkeld. Hierdoor neem ik aan dat mijn leesstijl waarschijnlijk steeds meer tekenen vertoont van letterkundig lezen.

Op het gebied van cultuur en literatuur heb ik dus al enige evolutie doorgemaakt. Een belangrijke factor daarin zijn vooral mijn ouders geweest, zeker wanneer het gaat over historische verhalen en wetenschappelijke literatuur. Als lezer verwacht ik niet veel minder te gaan lezen, al is dat natuurlijk afhankelijk van de context van het moment. Ik probeer steeds allerhande literatuur af te wisselen. Wel verwacht ik dat ik meer ga proberen om andere genres te ontdekken. Series zoals 'Midsomer Murders' en 'Hercule Poirot' interesseren me mateloos. De genres thriller en detective zijn dus het volgende op mijn lijst om uit te proberen. Wat de toekomst brengt weet niemand. Ik laat het dus maar op me afkomen.


Bibliografie:

Austen, J. (2003). Sense and sensibility. Londen: Collector's Library.

  • Oorspronkelijk gepubliceerd in 1811.

Baeten, L. (1992). Nieuwsgierige Lotje. Hasselt: Clavis.

Chevalier, T. (2001). Meisje met de parel. Amsterdam: Maarten Muntinga.

Dempsey, M. & Pick, J. (1966) Het oneindige heelal: grondslagen der astronomie. Rotterdam: De Nationale Uitgeverij.

Dostojevski, F. (2017). Boze geesten. Amsterdam: Van Oorschot.

  • Oorspronkelijk gepubliceerd in 1872.

Dunant, S. (2003). De geboorte van Venus. Amsterdam: Archipel.

Dunant, S. (2011). In ongenade. Amsterdam: Singel Uitgeverijen.

Eco, U. (1983). De naam van de roos. Amsterdam: Bert Bakker.

Mill, J.S. (2010). On liberty. Londen: Penguin Books.

  • Oorspronkelijk gepubliceerd in 1859.

More, T. (1975). Utopia. Rotterdam: Ad Donker.

  • Oorspronkelijk gepubliceerd in 1516.

Schmidt, A. & Westendorp, F. (1993). Jip en Janneke spelen samen en 53 andere verhalen. Amsterdam: Querido.

Tiernan, C. (2003). Wicca: Boek der schaduwen. Amsterdam: De Boekerij.

Tolstoj, L.N. (2005). Oorlog & vrede. Amsterdam: Ambo|Anthos uitgevers.

  • Oorspronkelijk gepubliceerd in 1869.

Von Goethe, J.W. (2012). Faust. Amsterdam: Athenaeum - Polak & Van Gennep.

  • Oorspronkelijk gepubliceerd tussen 1790 en 1887.

Willumsen, D. (2005). De Gentse bruid. Het levensverhaal van Isabella van Bourgondië. Amsterdam: De Arbeiderspers.

Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin